Behandelmogelijkheden
FIGO stadiëring
Pathologische prognostische factoren:
- Tumor graad 3 (poorly differentiated),
- Lymphovascular space invasion (LVSI),
- Non-endometrioid (=sereus, clear cell, ongedifferentieerd, kleincellig, anaplastisch),
- Cervical stromal involvement.
Low risk: geen van bovenstaande factoren.
Intermediate risk: 1 factor
High risk: ≥2 factoren
Er wordt onderscheid gemaakt tussen het endometroid, sereus en clearcell endometriumcarcinoom. Daarnaast bestaan er ook mesenchymale tumoren van de uterus (leiomyosarcoom, zie behandeling als sarcoom) als ook gemengde tumoren van zowel mesenchymale als epitheliale origine zoals het carcinosarcoom (malignant mullerian mixed tumor) of adenosarcoom.
Lokaal irresectabel of gemetastaseerde ziekte
-
ER+ en/of PR+, zonder agressief verloop of chemotherapie-unfit:
- medroxyprogesteron (Provera), 1 dd 200 mg po (5, 6).
-
2e lijn: (bij progressie na aanvankelijk respons op Provera)
- Tamoxifen, 1dd 40 mg po (7),
- Letrozole, 1 dd 2.5 mg po.
-
- Paclitaxel/carboplatin, totaal 6 cycli a 3 weken (8, 9),
- Paclitaxel, 175 mg/m2, iv, d1,
- Carboplatin, AUC=6, iv, d1.
Bij progressie op chemotherapie beoordeeldeel mogelijkheden voor behandeling in studieverband of drugable targets (TSO 500 en MSI).