Ovariumcarcinoom
Het (epitheliale) ovariumcarcinoom omvat: tuba, extraovarieel en het laaggradig ovariumcarcinoom.
lees meerOvariumcarcinoom
Het (epitheliale) ovariumcarcinoom omvat: tuba, extraovarieel en het laaggradig ovariumcarcinoom.
Laaggradig carcinoom heeft een veel trager beloop en vaak hormonaal gevoelig.
De prognose en het beloop van het tubacarcinoom, het extra-ovarieel carcinoom zijn vergelijkbaar met die van het ovariumcarcinoom. De indeling en de behandeling is dan ook hetzelfde.
Behandelmogelijkheden
Laaggradig ovariumcarcinoom
Bij het laaggradig ovariumcarcinoom is bij een ER+ recidief hormonale therapie geïndiceerd:
- Eerste keus: letrozol 2,5 mg, (26),
- Tweede keus tamoxifen 40 mg (9).
Bij onvoldoende respons op hormonale therapie, behandelen als hooggradig epitheliaal ovariumcarcinoom.
Stadium Ia en Ib
-
Primaire presentatie stadium Ia en Ib ovariumcarcinoom (1):
- Chirurgisch resectie,
- Stadium Ia en Ib, graad 1 = geen adjuvante chemotherapie
- Stadium Ia en Ib graad 3 = adjuvant 6 kuren carboplatin paclitaxel chemotherapie
- NB: graad 2 wordt beschouwd als graad 3
- Carboplatin AUC 6 en paclitaxel 175 mg/m2, 3-wekelijks.
- Carboplatin AUC 6 + Paclitaxel 3-wekelijks ovariumcarcinoom
1e of 2e recidief
-
Definitie platinum sensitief = tenminste 6 maanden na laatste platinum bevattende chemo:
- Bij beperkte ziekte en langzaam beloop expectatief en actief vervolgen,
- Indien er geen klachten zijn en er een sterke behandelwens is en tumor ER+ is kan tamoxifen 40 mg overwogen worden (10),
- Bij snelle ziekteprogressie en/of klachten starten met chemotherapie:
Carboplatin AUC 4 op dag 1 en gemcitabine 1000 mg/m2 op dag 1 en 8, 3-wekelijks (11,12 nu uniform beleid in Nederland).
- Indien eerder PARP-remmer behandeling: toevoegen bevacizumab 15 mg/kg (12, OCEAN),
- In principe 6 kuren (overweeg door te geven tot maximaal 10 kuren bij zeer goede respons),
- Indien geen progressie, dan kan bevacizumab monotherapie na 6-10 kuren als onderhoud gegeven worden tot aan progressie of onacceptabele toxiciteit.
CAVE risico op perforatie indien meta’s nauwe relatie met darmen of bronchi.
Alternatief:
- Carboplatin AUC 5 + Caelyx 30 mg/m2 d1 q 28 dagen. (CALYPSO, 13)
Bij contra-indicaties (o.a. verminderde LVEF, eerdere behandeling anthracyclines tot maximaal cumulatieve dosis (doxorubicine 480 mg/m2):
- Carboplatin AUC 6 (evt AUC 5) + Paclitaxel 175 mg/m2, D1 q21 dagen.
Bij carboplatin unfit (allergie carboplatin), na >2 lijnen chemotherapie en BRCA-mutatie: rucaparib monotherapie (14).
- Indien na minimaal 4 kuren een CR of PR dan is patiënt eligible voor onderhoudstherapie met PARP-remmer per os tot aan progressie. Te starten binnen 4-8 weken na de laatste dosis platina-bevattende chemotherapie.
- Eerste keus niraparib 1dd 300mg. Een aanvangsdosis van 200 mg dient gestart te worden voor patiënten die minder dan 77 kg wegen of trombocyten < 150 hebben. (Zie ook checklist).
- Alternatieven zijn Olaparib (2 dd 300mg) en rucaparib (15-17).
- Indien patiënte in de primaire setting reeds PARP remmer heeft gehad, dan nu niet opnieuw een PARP remmer starten.
-
1e / 2e recidief platinum resistent/ refractair.
Definitie platinum resistent = < 6 maanden na laatste carboplatin bevattende chemotherapie.
Definitie Platinum refractair = progressie onder carboplatin bevattende chemo of < 1 mnd afronden (1e lijns) platinum bevattende chemotherapie.
- Indien geen contra-indicaties voor bevacizumab, keuze uit 2 gelijkwaardige schema’s:
- Pegylated liposomaal doxorubicine (PLD, Caelyx) 40 mg/m2 op dag 1, 4-wekelijkse cyclus + Bevacizumab 10 mg/kg op dag 1 en 15 (AURELIA-studie, 18).
- Wekelijks paclitaxel 80 mg/m2 d 1,8,15, 22 iedere 4 weken + Bevacizumab 10 mg/kg dag 1 en 15 (18).
- Alternatief bij contra-indicaties voor Caelyx en paclitaxel:
- Topotecan + bevacizumab 15 mg/kg elke 3 weken (AURELIA-studie, 18).
De voorkeur voor een van deze middelen moet afgewogen worden met de patiënte, waarbij het toxiciteitsprofiel en de frequentie van ziekenhuisbezoeken van doorslaggevend belang kan zijn. Bevacizumab wordt alleen dan toegevoegd indien dat in eerdere lijnen nog niet gegeven is.
Indien wel contra-indicaties voor bevacizumab:
- Caelyx mono 50 mg/m2 d1 a 28 dagen (19),
- Wekelijks carboplatin (AUC4) -paclitaxel 90 mg/m2 (20),
- Paclitaxel wekelijks monotherapie 90 mg/m2 d1,8,15 à 28 dagen (21),
- Gemcitabine monotherapie 1250 mg/m2 d1+ 8 à 21 dagen (22, 23),
- Topotecan monotherapie (24, 25).
Bij allergie voor paclitaxel:
- Docetaxel 75 mg – carboplatin AUC 5 D1 a 21 dagen (26).
Bij allergie voor carboplatin:
- Paclitaxel 90 mg/m2– Cisplatin 70 mg/m2 wekelijks (D1,8,15 à 28 dagen) (27).
Keus afhankelijk van klachten en groeisnelheid van de tumor.
- Indien geen contra-indicaties voor bevacizumab, keuze uit 2 gelijkwaardige schema’s: