2e lijn
Tweedelijnsbehandeling bestaat uit TIP chemotherapie of inductie chemotherapie gevolgd door een autologe stamceltransplantatie (TI-CE). De voorkeur voor welke keuze hierin wordt per individu afgestemd.
TIP
Paclitaxel + Ifosfamide + Cisplatin (TIP) 3-wekelijks (4 cycli):
- Paclitaxel, 250mg/m2, d1
- Ifosfamide, 1200mg/m2, d2-5
- Cisplatin, 20mg/m2, d2-5
- G-CSF sc.
TI-CE therapie (altijd vooraf overleg met hematologie):
Deel 1 TI: 2 kuren paclitaxel met ifosfamide met G-CSF en stamcelaferese, elke 14 dagen
Kuur 1:
- Paclitaxel 200 mg/m2 op dag 1.
- Ifosfamide 2000 mg/m2 op dag 1 - 3 met mesna bescherming.
- Mesna 2500 mg/m2 op dag 1-3.
- Filgrastim 10 μg/kg per dag subcutaan start 6 -24 uur na inlopen van de ifosfamide tot dag 14 of tot geslaagde aferese.
- Leukaferese rondom dag 11 als er voldoende CD34 positieve cellen zijn.
Kuur 2 (indien er onvoldoende cellen zijn verzameld):
- Paclitaxel 200 mg/m2 op dag 1.
- Ifosfamide 2000 mg/m2 op dag 1-3 met mesna bescherming.
- Mesna 2500 mg/m2 op dag 1–3.
- Filgrastim 10 μg/kg per dag subcutaan 6 – 24 uur na inlopen van de ifosfamide totdat er geafereerd is.
- Leukaferese rondom dag 11 als er voldoende CD34 positieve cellen zijn.
Kuur 2 (indien er voldoende cellen zijn verzameld):
- Paclitaxel 200 mg/m2 op dag 1.
- Ifosfamide 2000 mg/m2 op dag 2-3 met mesna bescherming.
- Mesna 2500 mg/m2 op dag 1-3.
- Neulasta 6 mg subcutaan op dag 4.
Deel 2 CE: carboplatin-etoposide met autologe stamceltransplantatie
Kuur 3 t/m 5 (21 – 28 dagen per kuur) op afdeling hematologie:
- Carboplatin AUC 8 op dag -4 t/m -2.
- Etoposide 400 mg/m2 op dag -4 t/m -2.
- stamcel reïnfusie op dag 0 (≥ 2 x 106 CD34+ cells/kg).
- Filgrastim 5 μg/kg per dag subcutaan vanaf dag +1 tenzij op dag +1 nog stamcellen gegeven worden dan op dag +2 starten tot ANC≥ 1,0.